Spijsverteringsproblemen

Het maagdarmkanaal van de kip is anders dan die van mensen. Allereerst hebben kippen geen tanden: grote stukken voedsel worden in de spiermaag fijngemalen. Wanneer een kip eet en scharrelt, komt al het voedsel eerst in de krop terecht: dit is een soort zak die links voor de borst van de kip hangt. Vooral ex-legkippen die heel veel eieren leggen (en dus veel energie nodig hebben) kunnen aan het einde van de dag met een enorme krop rondlopen: soms heeft deze wel de grootte van een tennisbal! Na de krop komt het voedsel in de kliermaag, waar spijsverteringssappen worden toegevoegd. Vervolgens komt het voedsel in de spiermaag, waar het wordt fijngemalen. Het is van belang dat kippen altijd beschikking hebben over maagkiezel: dit is nodig voor een goede werking van de spiermaag. Na de maag komt het voedsel in de darmen en via de cloaca komt het er als ontlasting weer uit.

NB: Kippen plassen niet, maar ‘urine’ komt er samen met de ontlasting uit: dit uit zich in de witte plekjes op de ontlasting, dit zijn de uraten.

Het uiterlijk van de ontlasting kan veel vertellen over hoe het met de kip gaat. Als de ontlasting er anders uit ziet dan normaal kan het zijn dat je kip ziek is. Goede ontlasting is stevig en donkerbruin van kleur. De uraten horen wit te zijn. Ongeveer 1x per dag komt er ook ontlasting uit de blinde darm: deze heeft de kleur van hopjesvla, is dunner en stinkt! Enkele voorbeelden van normale ontlasting en van ontlasting van zieke kippen zie je hier.